Schuldhulpverlening is een vak. Ga dus niet te ver in je hulp, zoek de juiste vrijwilligersorganisatie of ga naar de afdeling Schuldhulpverlening van de burgerlijke gemeente waar degene woont, die je wilt helpen.
Do’s als je wilt helpen:
- Ga in gesprek zonder oordeel, vraag door en check of je signalering juist is
- In overleg met de ander: zoek hulp, verwijs door, schakel hulp in
- ‘Er zijn’ voor de ander
- Bied praktische ondersteuning aan (ordenen, checklists invullen)
- Leg de verantwoording bij de ander en leer loslaten
Don’ts als je wilt helpen:
- Te nauw of te emotioneel betrokken raken bij de problemen van de ander
- Onvoldoende doorverwijzen naar de professionele hulpverlening, zelf willen ‘redden’
- Fraude plegen om de ander er beter van te laten worden of extra inkomsten te laten verwerven
- Over je eigen of over wettelijke grenzen heen gaan zoals naar de rechtbank gaan namens de ander of onderhandelen over terug te betalen schuld (dit is de taak van professionals)
- Schuldeisers afschilderen als boosdoeners. In bijna alle gevallen klopt de eis. De schuldeiser is daarnaast gebonden aan het berekenen van een maximale wettelijke rente en kosten
Stel je voor…
Je bent aannemer, een ZZP’er, die met enige moeite het hoofd boven water kan houden. Je hebt vier weken gewerkt aan een verbouwing van de woning van de familie Van Dijk. Familie Van Dijk is zeer tevreden met het resultaat. Zoals vooraf is afgesproken, stuur je een factuur, maar de familie betaalt niet… Je bent schuldeiser geworden. Wie is hier de ‘boosdoener’?